
Familie Flapper

Over vijf jaar lopen hier alleen nog maar Jerseys’
Hoe zorg je voor een toekomstbestendig bedrijf? Herman en Sjoukje Flapper uit Warga en hun 190 koeien hebben hun strategie gevonden. Meebewegen met maatschappelijke wensen en vooral werken vanuit de balans tussen grond, voer en koe. 'Dat is ook de weg naar een gezonde veestapel', aldus Herman die aangeeft dat het wel een omschakeling voor hem is geweest. 'Maar het gaat er uiteindelijk om wat je onderaan de streep overhoudt.'
Loop de stal in bij Herman en Sjoukje Flapper en je ziet aan de spanten en de dakconstructie met eigen ogen hoe de bedrijfsontwikkeling is geweest. De oude loopstal werd ruim 20 jaar geleden verbreed en verhoogd en zo'n zes jaar geleden volgde er nog een grote verbouwing met een extra voergang en een rij boxen. Voor het echtpaar zijn de 190 melk- en kalfkoeien voorlopig trouwens wel genoeg. 'We zijn aan het optimaliseren', vertellen ze. De laatste verbouwing betekende ook een verandering van traditioneel naar automatisch melken. Waar ze hun loopbaan startten met een 2 x 4, schaalden ze op naar een 2 x 6 visgraat melkstal en daarna volgde een capaciteitsverhoging naar een 2 x 10 rapid-exit melkstal. 'Ook toen nam elke melkbeurt nog drie uur in beslag', herinnert Sjoukje - die vier dagen in de week bij CRV werkt - zich. 'Een hele belasting als je ook nog een keer drie keer per dag wilt melken.' Met de drie melkrobots is het werk flexibeler in te richten, beamen ze. Dat geeft Herman makkelijker de ruimte om jaarlijks zo'n 1200 uur op de trekker loonwerk uit te voeren. 'Dat vind ik mooi werk. Bovendien hebben we de machines toch, op deze manier krijgen we ze meer rendabel.' Een nadeel heeft de robot trouwens ook, het is een 24/7 systeem. 'Er is dus altijd wel iemand thuis op de boerderij om een eventuele storing op te vangen', vertelt Herman. 'Ook mijn vader kan met de robot werken.'
Jersey
Opvallend in hun stal is ook de mix van HF en Jersey koeien. 'Drie jaar geleden hebben we twee vrachtwagens met Jerseykoeien uit Denemarken gehaald', vertelt Herman terwijl hij toevoegt dat het vooral met de mestwetgeving -Jerseys tellen voor 0,7 GVE mee - te maken had. 'Het was wel een gok, want het zijn wel hele andere koeien. Maar inmiddels merken we dat de Jerseys heel goed passen in ons bedrijfssysteem, eigenlijk beter dan de HF-koeien.' Herman vertelt over de omschakeling die het bedrijf heeft doorgemaakt. 'Met onze HF-koeien molken we gemiddeld tussen de 32 en 35 liter melk per koe per dag. Om dat te bereiken hadden we een uitgekiend rantsoen met verschillende bijproducten.' Maar die hoge productie kende ook een keerzijde, geeft Herman aan. 'We moesten wel hard werken om de koeien gezond te houden.'
Lagere ruwvoerkwaliteit
Met de komst van de Jerseys kregen de melkveehouders nog meer het besef dat het 'draait om wat er onderaan de streep overblijft.' Met genoeg grond onder het bedrijf en daarmee een zelfvoorzienende voederwinning moeten de koeien het doen met het rantsoen wat de melkveehouders van hun eigen land winnen. 'En dat is steeds minder kuil van 1000 VEM', geeft Herman aan, terwijl hij de aangescherpte mestnormen, het verlies aan derogatie, natuurbeheer en het randenbeheer langs de percelen als reden noemt. 'De Jerseys kunnen beter omgaan met dit ruwvoer. Sterker zelfs, ze hebben juist meer structuur in het rantsoen nodig.' Daarmee is het rantsoen voor de melkkoeien flink versimpeld: gras, maïs, luzerne (gewonnen van eigen land), aangevuld met enkelvoudige grondstoffen als raap, gerst en tarwe, plus een liter of 3,5 water per koe. De krachtvoergift is beperkt tot de robot. 'In de robot krijgen de Jerseys 3,5 kilo lokbrok per dag, de HF-koeien krijgen 4,5 kilo.' De gemiddelde productie op het bedrijf - bij 3,1 melkingen per koe per dag - ligt rond de 27 liter melk, met 5,30% vet en 3,85% eiwit. De gehalten zullen in de toekomst ongetwijfeld nog wel wat hoger worden. 'Het aandeel van de Jerseys stijgt', voorspellen Herman en Sjoukje. 'Dit jaar kalven er een kleine 40 Jersey vaarzen af en we fokken nu alleen nog maar Jersey kalveren op.'
Wel weiden, geen premie
Al met al was het een behoorlijke omschakeling, geeft Herman toe. 'We zijn van de generatie groter en meer, dus ik had hier best wat moeite mee. Met de Jersey en haar hoge gehalten doet het minder zeer in de portemonnee en ik heb het bovendien minder druk met de koeien.' Wat Herman zijn vader overigens nog wel doet is twee keer per dag voeren. 'Onze mengwagen kan het wel in één keer houden, maar dan hebben we ook meer restvoer.' Weidegang is er heel beperkt. Het jongvee en de droge koeien gaan naar buiten en dat geldt ook voor de Jersey groep die bij één van de robots loopt. 'De Jerseys komen vanzelf weer naar de stal om gemolken te worden', noemt Herman nog een voordeel van de reebruine
koeien. 'We hebben ons trouwens niet aangemeld voor de weidepremie, we zijn eigenlijk alleen mooi-weer-weiders.'
Weidevogels
Meebewegen met de ontwikkelingen in de maatschappij, beschrijft het echtpaar hun bedrijfsvoering. Zo hebben ze op hun areaal zeven hectare plas-dras aangelegd met beperkingen in het beheer om de weidevogels te helpen. 'Bij ons groeit het aantal nesten en vogels', zo vertellen ze trots, maar dan ook weer heel reëel. 'We doen het voor de maatschappij, maar het moet wel werkbaar blijven binnen ons melkveebedrijf.' Een groot voordeel is de hulp die ze van hun buren krijgen bij de nazorg rondom de weidevogels. 'Zo stimuleren we elkaar.' In het toekomstbestendig maken van het bedrijf hebben Herman en Sjoukje inmiddels ook de volgende stap gezet: eigen energievoorziening. 'We willen graag een kleine windmolen en/of zonnepanelen. Hoe en waar precies weten we nog niet, maar de financiering is al wel rond. Dat is een mooie stap naar nog meer zelfvoorzienendheid.'